Excursie naar Kasteel Museum Sypesteyn
Zaterdag 3 november 2012 verzamelden de excursieliefhebbers zich bij het gemeentehuis te Nieuwveen voor de excursie naar Sypesteyn te Loosdrecht.
Na de gebruikelijke kop koffie verdeelden we ons over twee gidsen. Twee vrijwilligers die net als vele anderen in Loosdrecht dit mooie gebouw in stand houden. Het slot valt niet onder Monumentenzorg, zodat ook hier een prachtig gebouw met vele mooie verzamelingen in stand moet worden gehouden door vele vrijwilligers.
Jonkheer Henri van Sypesteyn (1857-1937) kocht in 1901 de grond terug waar zijn voorouders hadden geleefd. Een bijzonder mens, een verzamelaar. In 1884 kwam hij in Loosdrecht. Hij ging op zoek naar de geschiedenis van zijn familie.
Henri van Sypesteyn is een nazaat van de familie die in 1815 door koning Willem I tot adel werd verheven. Op de oude fundamenten verrijst een slot, gebouwd met materialen van ander oude gebouwen als kerken. We kijken even naar de oorsprong: De oudste gevonden funderingen van Sypesteyn dateren uit circa 1500. In 1589 wordt dit gebouw verwoest. In 1664 wordt de ruïne gekocht en laat de eigenaar Sypesteyn weer herbouwen. Het rampjaar 1672 is niet zonder gevolgen gebleven. Al in 1673 wordt het huis tijdens gevechten tussen Franse troepen en soldaten van stadhouder Willem III weer verwoest. Van het oorspronkelijke slot is niets meer over.
Van één van de leden uit de stamboom zijn twee almanakken uit 1595 en 1599 bewaard gebleven, die tot de oudste in Nederland behoren. De piepkleine boekjes zijn zeldzaam. Ze waren eigenlijk voor huis-, tuin- en keukengebruik bedoeld, gingen snel kapot en werden dus meestal niet bewaard.
In het kalenderdeel maakt deze schrijver aantekeningen over zijn reizen. Op 13 mei 1595 staat - kort en schijnbaar zonder emotie - een aantekening: Mijn zoon Cornelis in den Haghe gestorven, den 14de in de grote kerck bij zijn mo(e)der begraven. De gebroeders de Wit, raadpensionarissen die uiteindelijk de dood vonden vanwege hun overtuiging. Jan en Cornelis waren bepaald geen vrienden van Willem van Oranje.
We gaan met de gids op pad. Reeds in het eerste vertrek wijst de onderlegde gids ons op het portret van een oude man. De grondlegger van dit alles: jonkheer Henri van Sypesteyn. De gids blijkt een goede verteller: Henri was de laatste nazaat van de familie Sypesteyn en niet onbemiddeld. Niet getrouwd, geen kinderen en een grote passie: het neerzetten van een stamslot met een Hollandse tuin en ingericht met waardevolle zaken vanuit zijn familie, met inbreng van verzamelingen die ons herinneren aan onze vaderlandse geschiedenis.
De tuin werd eerst ingericht en daarmee stuitte hij op de fundamenten van de vroegere gebouwen. De voorwerpen in het museum komen bijna allemaal uit de zeventiende en achttiende eeuw. Dat is de tijd van de Republiek der Zeven Provinciën. De eerste steen van het huidige slot werd gelegd in 1912, twee jaar voor de eerste wereld oorlog.
Een van de prachtige verzamelingen betreft het Loosdrechts porselein. Ook in de omgeving van Loosdrecht leefden vele gezinnen van veen. Het verklaart het ontstaan van de Loosdrechtse plassen. Velen werden werkloos en het gebied kende veel armoe. In 1774 sticht predikant Joannes de Mol in Loosdrecht een porseleinbedrijf om daarmee de armoede en werkloosheid te bestrijden. Dit pakt niet goed uit en het leidt in 1782 tot een faillissement. De korte periode heeft gezorgd voor zeldzaam porselein.
Tijdens de rondleiding maken we kennis met de vele voorouders die voor ons zijn vastgelegd. Nee niet op doek. De eerste schilderijen waren vervaardigd op houten panelen. De stukken hout waren veelal niet uit één stuk. Door de wisselingen in temperatuur in de vele jaren zijn de delen iets gaan wijken. De eerste jaren lieten mensen die het zich konden veroorloven zich met verf vereeuwigen op iets kleinere delen. Meestal waren het alleen portretten met een donkere achtergrond.
Later werden de schilderijen groter, de stof verfijnder geschilderd en langzaam maar zeker werd ook de achtergrond belangrijker. Kinderen tot zeven jaar werden geschilderd in jurken, ook jongens. De jongens werden afgebeeld met een vilten hoed, de meisjes met een kanten muts. In de hoeken van de schilderijen werden veelal de wapens afgebeeld. Men was niet voor niets van adel! De schilderijen werden aan de lopende band gemaakt. De leerlingen verzorgden veelal de achtergrond en het belangrijke deel voor de meester.
De wapenkamer laat een bijzonder soort kruisboog zien: de voetkruisboog. Met dit prachtig uitziend wapen kon een doel op 300 meter nog geraakt worden. De paus van die tijd schijnt er over gezegd te hebben: “Als je er maar niet mee op Christenen schiet”.
Ook treft u in dit museum een geschiedenis van kasten aan. De eerste kasten waren eigenlijk slechts gestapelde kisten, die mooi afgewerkt werden. Nadat er tijdens de V.O.C vanuit overzees gebied steeds vaker tropisch hout werd ingevoerd, kregen die kasten ook een ander karakter. Ook kasten laten duidelijk zien in welke tijd ze gemaakt zijn. Er staat een rijk versierde kast, waarop afbeeldingen van het huwelijk staan, de lusten en de lasten.
In die tijd verscheen ook regelmatig Chinees porselein in ons land. Portugal had goede contacten met China. De Portugese schepen werden gekraakt. Het porselein heet dan ook kraak-porselein.
Mensen in die tijd kochten allerlei exotische zaken, opgezette vlinders, vogels, schelpen, hoenders en planten. Die liet men de vrienden bij bezoek zien om indruk te maken. Men betaalde in die tijd veel geld voor bijzondere dingen. Zo kon een tulpenbol meer geld opbrengen dan een grachtenhuis. Ook de heer van Sypensteyn had een groot hoenderhof met speciale hoenders. In de tuin staat een prachtige honingboom. Een bezoek aan de tuin rond april is zeker de moeite waard!
Bezoekt u ook de website http://www.sypesteyn.nl
Hans Broekkamp
Hieronder vindt u een foto-impressie; klik op een foto voor uitvergroten en een diapresentatie.