In een verhaal over Paulus Buys kom ik de uitdrukking 'Heer van Zevenhoven' tegen. Zou dit over ons dorp gaan?
De oorsprong van 'ons' Zevenhoven is bij velen natuurlijk bekend uit de literatuur; bij voorbeeld uit het boek 'Zevenhoven, het dorp dat bleef'. Hierin is te vinden dat Zevenhoven of Sevenhoven na de arbitrage rond 1254 een ambachtsheerlijkheid van de Graaf van Holland was. De ambachtsheer bestuurde namens de graaf het ambacht, alhoewel het bestuur feitelijk aan de schout werd overgelaten. Maar wie was dan die ambachtsheer; zou die zich 'heer van Zevenhoven' laten noemen...
Verdere bestudering gaf echter aan dat Paulus Buys in 1592 het Huis te Vliet aankocht waar hij in 1594 overlijdt. Dit lag in de provincie Utrecht -tussen Lopik en IJsselstein- een gebied dat blijkbaar ook Zevenhoven werd genoemd. Dat Zevenhoven was in 1290 eigendom (een leen) van Gerard, heer van Voorne en burggraaf van Zeeland.
Dat 'andere' Zevenhoven is op een kaart van rond 1680 wel te vinden. In Zevenhoven fungeerde een dorpsbestuur, waarbij de schout gedurende lange tijd dezelfde persoon was als de schout van Lopik. De banden met Lopik waren ook in ander opzicht hecht: waterstaatkundig waren ze een eenheid en kerkelijk behoorden beide tot het kerspel Lopik. De gevolgen hiervan zijn tot op de dag van vandaag merkbaar: veel Lopikse stukken hebben tevens betrekking op Zevenhoven en vice versa.
Ook het waterschap heeft destijds de naam in zich gehad: "Waterschap Lopik, Lopikerkapel en Zevenhoven".
Het Hoogheemraadschap "De Stichtse Rijnlanden" kent nu nog de polder Zevenhoven o.a. in het Peilbesluit De Koekoek, waarin waterhoogten zijn vastgelegd.
Zevenhoven is tegenwoordig versmolten met Lopikerkapel.
Nieuwsgierig heb ik geprobeerd zo veel mogelijk vermeldingen van 'heer van Zevenhoven' te lokaliseren.
Paulus Buys
De eerste persoon is Paulus Buys (1531-1594). Hij was een goede vriend van de Prins van Oranje. Hij overtuigde het bestuur van Leiden om geen Spaans garnizoen te huisvesten, wat uiteindelijk leidde tot de belegering. Als Hoogheemraad had hij de hand in het doorsteken van de dijken rondom de stad om de Spanjaarden uit de buurt te houden. Bij zijn pogingen om na de moord op de Prins steun te vinden voor het besturen van het land haalde hij zich een ruzie op de hals. Hierna is hij gevangen gezet en uiteindelijk na betaling van losgeld onder een soort huisarrest geplaatst in het eerder genoemde huis te Vliet waar hij is overleden.
Cornelis van Nieustad
Cornelis van Nieustad (1549-1606) was gehuwd met Odilia Buys, de dochter van Paulus Buys. Hij werd in 1575 aan de Leidse Universiteit verbonden en werd in 1584 beëdigd tot raadsheer aan de Hoge Raad. Zijn gegraveerd portret staat o.a. in de Alma Academia Leidensis (1614).
Govert Willemsz. van Goch.
Deze naam komt voor in een bericht over zijn nalatenschap uit 1618: "Johan Sarcherius, advokaat bij het Hof van Utrecht, voor Anna Haecken bij dode van Govert Willemsz. van Goch, heer van Zevenhoven, haar man".
Juriaan Vosch van Roelingsweerd
Zijn naam wordt genoemd bij een beschrijving van een schilderij:
"De voorgestelde is: Helena Stavenisse, geboren Zierikzee 29-2-1636, overleden Utrecht 29-5-1690, dochter van mr. Marinus Stavenisse en Cornelia Mogge. Zij trouwde in 1659 (ondertr. Delft 8-11-1659) met Anthonij Pietersz. van Bronckhorst (zie nr. 3).
Zij hertrouwde te De Meern op 3-6-1674 met Juriaan Vosch van Roelingsweerd, heer van Zevenhoven, kapitein te voet (overleden 1681)."
Justus Criex
Justus Criex komt als heer van Bekestein (of Bergestein) en Zevenhoven voor in een verdeling van de erfenis van zijn moeder in 1706: "Gerard Noodt, professor in de rechten te Leiden, voor Justus Criex, heer van Bekestein en Zevenhoven, bij dode van Agnes de Milaen, diens moeder".
Justus Ormea
Justus Ormea is een neef van Justus Criex. Hij erft de titel "heer van Papendorp, Zevenhoven en Bekestein".
Jan Scipio Ormea
Jan Scipio Ormea wordt vermeld als sponsor van het boek: "Bybel der natuure of historie der insecten" van Jan Swammerdam. Het originele werk verscheen in 1737. De vermelding luidt: "Jan Scipio Ormea, Heer van Zevenhoven, Raadsheer in den Ed. Hove van Utrecht".
Paulus Engelbert Voet Van Winssen
Paulus Engelbert Voet Van Winssen Heer Van Sevenhoven (1718-1756). Hij is de zoon van Paul Engelbert Voet van Winssen (1692-1724) die gehuwd was met Agnes Ormea (1698-1756). Hij erft van zijn moeder de titel.
Paul Engelbert Voet Van Winssen
Paul Engelbert Voet van Winssen Heer van Sevenhoven (1756-1822) Hij erft van zijn vader Paulus Engelbert Voet Van Winssen de titel.
Bij de Franse Revolutie en de daaropvolgende overheersing van de Nederlanden is de 'heer' vervangen door een bestuur onder een burgemeester. Daarna lijkt de titel ook niet meer gebruikt, maar wordt wel het gebruik van een dubbele naam toegestaan.
Zo een dubbele naam komt dan in de familie Martens voor als "Martens van Sevenhoven" Daar wordt het gebruikt door
Jacob Constantijn Martens
Jacob Constantijn Martens (van Sevenhoven) (1793-1861) die in 1831 Sevenhoven als eigendom verwierf. Hij is o.a. lid geweest van de Eerste Kamer van 1851 tot 1857.
Jan Hendrik Jacob Constantijn Martens van Sevenhoven
Jan Hendrik Jacob Constantijn Martens van Sevenhoven (1850-1923). Hij was rechter in Zutphen.
Anthony Henrik Martens van Sevenhoven
Anthony Henrik Martens van Sevenhoven (1880-1952) was de tweede zoon van Jan Hendrik Jacob Constantijn. Hij was rijksarchivaris in Gelderland.
Hij was een centrale figuur in de Gelderse historische wereld en in het Nederlandse archiefwezen van de eerste helft van de twintigste eeuw.
Hij stichtte het naar hemzelf vernoemde fonds dat tot op heden activiteiten op het gebied van cultuur en geschiedbeoefening in Gelderland ondersteunt. De Stichting heeft de
"A.H. Martens van Sevenhoven"-prijs
ingesteld met een bijbehorende penning. Zo blijft de naam "Van Sevenhoven" nog lang bewaard.
Wat rest in Lopikerkapel is de Sevenhovenstraat.
Voor wie eens een kijkje wil nemen in het 'andere' Zevenhoven: Klik hier voor de kaart in Google.
Nog een Zevenhoven.
Bij het bespreken van dit artikel werd mij verteld dat er nòg een Zevenhoven is geweest. Het gebied van dat Zevenhoven is onderdeel van Waterschap Rivierlanden.
De naam is is 1861 verloren gegaan doordat de polders Zuidzijde, Noordzijde en Zevenhoven in de Alblasserwaard werden omgedoopt tot Polder Bleskensgraaf. In 1856 werd een Algemeen Reglement voor de polders in de provincie Zuid-Holland vastgesteld. Met dit reglement als uitgangspunt, kregen de polders die vanouds een eigen bestuur hadden gehad elk een bijzonder reglement waarin de grens van de polder en de samenstelling van het bestuur waren vastgesteld.
Omdat de polder -net als de onze- in de provincie Zuid-Holland lag zou het opheffen in ieder geval verwarring verminderen.
Wel is in Bleskensgraaf nog een Zevenhovenstraat te vinden.
Voor wie eens een kijkje wil nemen in het 'derde' Zevenhoven: Klik hier voor de kaart in Google.