Op 16 mei werd in Zevenhoven de jaarlijkse donateursvergadering met aansluitend een lezing gehouden.
Er was een goede opkomst van donateurs en andere belangstellenden.
De voorzitter, Hans Broekkamp, opende de vergadering en gaf een overzicht van de activiteiten van het afgelopen jaar. Daarna was het woord aan penningmeester Jan Vervark met een uitleg over de balans en het overzicht van kosten en baten over het afgelopen boekjaar. De Kascommissie verleende na controle van de boeken decharge aan de penningmeester, waarna de penningmeester onder de aanwezigen enkele vrijwilligers uitnodigde om volgend jaar in de kascommissie plaats te nemen.
Het jaaroverzicht en de financiële verslagen zijn op de ANBI-pagina van onze website beschikbaar en daar door iedereen te raadplegen.
Na een korte pauze was het woord aan de heer Kees Schipper, een bekende naam voor degenen die ook bij onze jaarvergadering van 2023 aanwezig waren.
De heer Schipper presenteerde toen een muzikale quiz. Onze gastspreker is echter van meer markten thuis en hield ditmaal een lezing over de Hollandse Waterlinie, waarbij door middel van filmpjes, foto's en kaarten de geschiedenis en de opzet van de Oude en de Nieuwe Hollandse Waterlinie werd verklaard. De heer Schipper is al jaren gids op het eiland Pampus en kan ook daarover uitgebreid vertellen.
De Oude en Nieuwe Hollandse Waterlinie waren een verdedigingslinie. Water was het verdedigingswapen. Als de vijand eraan kwam, konden stroken weiland tussen Muiden en de Biesbosch onder water gezet worden. Dat werd inundatie genoemd. Het land werd daardoor moeilijk begaanbaar voor de vijand. Te diep voor paard en wagen en manschappen, te ondiep voor boten.
De Oude Hollandse Waterlinie is succesvol ingezet tijdens de Hollandse Oorlog in 1672-1673 en tijdens de Eerste Coalitieoorlog in 1794-1795. Het jaar 1815 wordt aangehouden als het moment waarop de provinciale Oude Hollandse Waterlinie werd vervangen door de nationale Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het belangrijkste verschil tussen de twee linies was dat ook de stad Utrecht deel uitmaakte van de nieuwe verdedigingslinie die voor dit doel iets oostelijker was aangelegd.
Door hoogteverschillen in het landschap, bijvoorbeeld bij rivieren en dijken, bleven sommige gronden droog en dus begaanbaar door de vijand. Deze kwetsbare delen van de Waterlinie werden onder schot gehouden vanuit forten. Ook kende de Linie vijf vestingsteden: Muiden, Weesp, Naarden, Gorinchem en Woudrichem.
De Nieuwe Waterlinie heeft haar waarde als verdedigingslinie nooit echt kunnen bewijzen, maar is wel drie keer (deels) in staat van verdediging gebracht. In 1870 toen de Frans-Duitse oorlog dreigde uit te draaien op een Europese oorlog, tijdens de Eerste Wereldoorlog en de laatste keer in 1939 toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog, als de Duitsers over de onder water gezette gebieden vliegen, blijkt dat de Linie zijn verdedigingswaarde grotendeels heeft verloren. Tegenwoordig heeft de Nieuwe Hollandse Waterlinie een nieuwe functie. Het is nu een prachtig gebied, waarin je de geschiedenis volop kunt beleven.
Na de oorlog van 1870 werd de Stelling van Amsterdam uitgebreid en gemoderniseerd. Ook is in die tijd Fort Pampus gebouwd. Fort Pampus is gebouwd op de ondiepte Muiderzand. Door deze ondiepte is ook de uitdrukking: “voor Pampus liggen” ontstaan.
Pampus is gedeeltelijk op de ondiepte gebouwd, en gedeeltelijk op 3852 houten palen. De bouwkosten van dit eiland bedroegen indertijd 800.000 gulden, en het wapentuig 900.000 gulden. Ook op Pampus is gelukkig nooit gevochten. Soldaten die in Muiden gelegerd waren, gingen regelmatig op Pampus oefenen. Alleen tijdens de eerste wereldoorlog zijn er 220 soldaten op Pampus gelegerd geweest.
Na afloop kreeg de heer Schipper van de aanwezigen een welverdiend applaus voor zijn interessante lezing.